Verbinding door elkaar te ontmoeten op een bijeenkomst als deze tegenover het Centraal Station in Utrecht dus. Maar daarna ook weer via het online platform KOOZ en door contact te leggen met andere relevante samenwerkingsverbanden, waar we vandaag een aantal inspirerende voorbeelden van hoorden. Ook de voortgangsrapportage en de eindrapportage kwamen aan bod. Die helpen ook om de verbinding te maken, want door elkaar inzicht te geven in geleerde lessen en uitkomsten te bundelen kunnen we makkelijker ons gezamenlijk doel bereiken.
Updates vanuit ZonMw
We beginnen de dag met een paar updates vanuit ZonMw. Er is goed gebruik gemaakt van de voucherronde en de uitslag kunnen we voor eind februari op het online platform verwachten.
De gunning van aanvullend onderzoek naar onbedoelde en ongewenste zwangerschap is gegaan naar het Amsterdam UMC, het UMC Groningen, Rutgers en FIOM. Het onderzoek richt zich op de omstandigheden waarin vrouwen onbedoeld zwanger raken, redenen voor het voortijdig afbreken of het behouden van de zwangerschap en ervaringen met de ondersteuning als iemand onbedoeld zwanger is.
Ten slotte vraagt Annemarije Bousema van VWS om enkele mooie korte tussentijdse resultaten of concrete praktijkvoorbeelden te delen voor een Tweede Kamerbrief over de voortgang van de aanpak Onbedoelde zwangerschap. Dat kan via onbedoeldezwangerschap@zonmw.nl.
Online platform KOOZ
Het online platform KOOZ is een belangrijke plek waar we ons als deelnemers van het leernetwerk kunnen verbinden. Het is heel waardevol om regelmatig nieuws en ervaringen te delen op het platform en te laten zien hoe je project verloopt en wie daarbij betrokken zijn.
Shalini Harinarain, programmasecretaris van ZonMw, laat zien wat er aangepast is na de feedback tijdens de vorige bijeenkomst. Het platform is nu overzichtelijker en een helder stroomdiagram laat zien waar je informatie kunt plaatsen. De aanwezige deelnemers proberen dit gelijk uit, door in subgroepjes nieuwe berichten te posten.
Vanaf nu ontvang je als deelnemer aan het platform ook notificaties zodat je direct ziet als er een bericht is geplaatst. De eerste reacties op de nieuwe indeling zijn positief. Een aantal genoemde feedbackpunten, zoals het kunnen opslaan van een concept van een bericht voordat je deze deelt, zullen met de websitebouwers worden besproken. Meer feedback is welkom: onbedoeldezwangerschap@zonmw.nl.
In verbinding met andere samenwerkingsverbanden
“We willen jullie inspireren om de verbinding op te zoeken met andere relevante samenwerkingsverbanden want daarmee kun je je slagkracht vergroten en de resultaten verder brengen.” Hiermee trapt Krista Okma het onderdeel af waarin verteld wordt hoe projecten uit het leernetwerk de verbinding hebben gezocht met Kansrijke Start-coalities en regionale consortia zwangerschap en geboorte. Iedere spreker stelt ook een vraag over de samenwerking aan de deelnemers van het leernetwerk.
Een andere manier van werken
“Vanuit de gemeente hebben we de visie: preventie loont,” zegt Albert Beijen, beleidsadviseur jeugd en onderwijs bij de Gemeente Deventer via Zoom. Hij is betrokken bij de coalitie Kansrijke Start in Deventer. Het project ‘Relatie Ouder Kind (ROK) Deventer – gericht op het bevorderen van een veilige hechting – is een van de actielijnen binnen deze coalitie en heeft daarmee een directe lijn met de samenwerkingspartners Kansrijke Start. Nu Kansrijke Start structureel is opgenomen in het regeerakkoord, draagt deze verbinding bij aan de borging van de ROK-aanpak na afloop van het project.
Albert benadrukt: “Dit is geen project maar een andere manier van werken.” Aan de deelnemers stelt hij de vraag: “Hoe zorg je ervoor dat het medisch domein goed aansluit?”
Regionale consortia als spoorlijn
Marieke Smith van het netwerk Regionale consortia Zwangerschap en Geboorte (NRCG) vertelt over de verbinding van het consortium met het samenwerkingsverband ‘De beste start voor ieder kind’ in Gelderland-Midden – gericht op het vroegtijdig signaleren van gezinnen in kwetsbare situaties.
Dit samenwerkingsverband is een mooi voorbeeld van een initiatief dat lokaal, in de gemeente Arnhem, is gestart en heeft geleid tot een samenwerkingsproject op regioniveau. “De regionale consortia kunnen voor de projecten een belangrijke spoorlijn zijn naar de partners in het medisch domein,” vertelt Marieke. “We verbinden kennis en onderzoek over geboortezorg met de praktijk en bevorderen samenwerking en kennisdeling”.
De vraag die Marieke aan de deelnemers stelde was: “Waar zien jullie overlap of juist hiaten in de verschillende netwerken en hoe kunnen we hiermee omgaan?” Want, zei ze: “We moeten voorkomen dat mensen te veel in overleggen zitten en overvraagd worden.”
De presentatie van Marieke is te vinden bij de toegevoegde bestanden onderaan dit bericht.
Eerst mensen bij elkaar brengen
In Harderwijk zorgt Renée Siderius als verbindingsmakelaar voor de samenwerking tussen de lokale coalitie Kansrijke Start en het samenwerkingsverband onbedoelde zwangerschap en kwetsbaar jong ouderschap voor inwoners met een licht verstandelijke beperking (LVB). Ze heeft daarbij nauw contact met Frouke Sondeijker, projectleider van het samenwerkingsverband.
De uitwisseling tussen de samenwerkingspartners, inclusief de gezinnen om wie het gaat, geeft een goed beeld van wat er in de praktijk leeft rond het ondersteunen van de LVB-doelgroep en welke verbeterpunten er zijn, waar het samenwerkingsverband mee aan de slag kan. De samenwerkingspartners worden ook weer betrokken bij het verder brengen van de opbrengsten van het samenwerkingsverband. “Mensen bij elkaar brengen is de belangrijkste stap,” vertelt Renée. “Soms zitten mensen op dezelfde casus zonder dit van elkaar te weten.”
Er is sprake van een enorme krapte op de arbeidsmarkt en veel personeelswisselingen. De werkdruk is hoog en tijd investeren is voor veel mensen lastig. De intrinsieke motivatie is heel belangrijk. “Eerder waren het vooral de wisselingen. Nu zijn mensen vaak überhaupt niet te vinden. Hoe gaan jullie daarmee om?” vragen Renée en Frouke aan de deelnemers.
De presentatie van Renée en Frouke is te vinden bij de toegevoegde bestanden onderaan dit bericht.
De voortgangsrapportage: voorbij het traditionele rapport
De samenwerkingsverbanden schrijven jaarlijks een voortgangsrapportage over hun project. De onderzoeksprojecten werken met een standaard rapportageformat en de samenwerkingsverbanden met een rapportage op maat.
Roelof Hortulanus, een van de commissieleden van het programma inspireert tijdens dit onderdeel de deelnemers om meer uit de rapportage te halen. Deze is bedoeld als verantwoording aan ZonMw, de doelgroepen, de wetenschap, maar, zegt Roelof: “Zeker ook om elkaar als samenwerkingsverbanden inzicht te geven en zo bij te dragen aan ons gezamenlijke doel.”
Hij benoemt welke vragen interessant zijn om te beantwoorden in de rapportage. Bijvoorbeeld ‘Wat zijn de activiteiten en op welke doelen zijn die gericht?’ en ‘Wat en wie vormen de belangrijkste blokkades of tegenwerkende krachten in het bereiken van de centrale doelen en het veranderen van de lokale praktijk?’ Het gaat dus echt om reflecteren. Een traditioneel rapport moet het in ieder geval niet worden, benadrukt Roelof. “De tussentijdse leereffecten zijn cruciaal.”
Ook moedigt hij de deelnemers aan nu alvast na te gaan denken over wat je wil opnemen in het inhoudelijke eindrapport van het project. Daar moet je dan nu al op anticiperen in het project, bijvoorbeeld door het bijhouden van een logboek wat past bij de methodiek van actieonderzoek.
De presentatie van Roelof is te vinden bij de toegevoegde bestanden onderaan dit bericht.
Tot ziens op 8 juni!
Na een dag vol verbinding, sluit Krista de bijeenkomst af. “Wat is jullie bijgebleven van vandaag?” vraagt ze de deelnemers. “Vooral de afwisseling van inhoud en de ruimte om elkaar te spreken was erg waardevol,” zegt een van hen.
We zien jullie graag weer op de volgende leernetwerkbijeenkomsten op:
- donderdag 8 juni (in de middag)
- dinsdag 10 oktober (van de ochtend tot en met het begin van de middag).
Blijf ondertussen de verbinding met elkaar zoeken, bijvoorbeeld op ons online netwerk KOOZ!